Vergeleken bij de populaire Dreitausender, de hoogste pieken van het bergmassief in het noorden en de wereldberoemde Dolomieten in het zuiden, zijn de bergen van het Pfunderer gebergte minder bekend onder het grote publiek. Hoewel het uitzicht over de bergen van de Hohe Tauern tot aan de piek van de Ortler adembenemend is, worden deze bergtoppen slechts zelden beklommen. In dit ongerepte landschap met zijn ruige oergesteente, met rotsen bezaaide hellingen en weelderig groene bergflanken, komen niet veel bergwandelaars en dit is ook meteen de bijzondere charme van deze bergen. De Pfunderer Höhenweg is een eenvoudig aangelegde wandelroute, geschikt voor wandeltochten van meerdere dagen in een eenzaam en ongerept landschap.

Vanwege de lengte van de route van Sterzing naar Bruneck en de ligging op ruim 2000 meter zeehoogte, was het niet altijd mogelijk om gebruik te maken van de bestaande routes. De markering op de route, een witte stip in een rode kring en de zogeheten 'steenmannetjes', helpen wandelaars om zich in deze bergstreek te oriënteren. Hier en daar is het terrein moeilijk begaanbaar, vooral de steile grashellingen zijn een echte uitdaging.De lange afstanden tussen de enkele schuilhutten en de eenvoudige berghutten, de snel wisselende weersomstandigheden met kans op mist in de buurt van de centrale bergkam en het soms moeilijk begaanbare terrein, maken wandeltochten door de Pfunderer bergen tot een echt bergavontuur. Wandelervaring, geen last van duizelingen en een goede conditie zijn een absolute vereiste. Op sommige plaatsen kan de sneeuw tot eind juli blijven liggen en vanaf half september kan er weer nieuwe sneeuw vallen. Dalroutes, bijvoorbeeld nodig in geval van een plotselinge weersverslechtering, zijn onderweg gemarkeerd. U bent na maximaal 3 uur wandelen weer terug in het dal.

Voor het bewandelen van deze bergroute heeft u ongeveer een week nodig. Vanwege het uitgestrekte en eenzame gebied, dient de uitrusting, naast de juiste kleding om u tegen regen en kou te beschermen, ook te bestaan uit stevige bergschoenen met een goed profiel, een slaapzak, zaklantaarn, wandelkaart en kompas. Verder is het handig een paar telescoopwandelstokken mee te nemen voor moeilijk begaanbaar terrein en steile afdalingen. Wie graag op de diverse berghutten eet, hoeft niet zoveel proviand mee te nemen. De drie schuilhutten Brixner Hütte, Eisbruggjochhütte en de Tiefrastenhütte zijn van eind juni tot half oktober geopend, hoewel het grootste gedeelte van de route ook nog later in de herfst goed begaanbaar is, zolang het weer langere tijd stabiel is en het nog niet heeft gesneeuwd. De lange-afstand route begint in Sterzing en eindigt in Bruneck , aangezien de lange dagtocht van Bruneck als afdaling prettiger is om te lopen. Natuurlijk kunt u de route ook in de omgekeerde richting bewandelen.

DE EERSTE WANDELDAG

We lopen omhoog langs beboste berghellingen met lariksen en over bergweides tot de bergkam Sengesspitze. Daarna gaat het bergaf voor de eerste overnachting in de berghut Simile-Mahd-Alm.
Vanaf het treinstation in Sterzing wandelt u in een half uur op de weg richting Wiesen (960), aan de rand van het dorp, bevindt zich het startpunt van het pad bij de Wiesner Hof. U kunt uzelf een uur wandelen besparen, door u via de geasfalteerde weg naar Wendelhof te laten brengen. In een bocht naar links, vlak voor de Wendelhof, buigt het wandelpad Pfunderer Höhenweg naar rechts af (wegwijzer).
Al wandelend door bossen en over weilanden bereikt u de bergtop vlakbij het uitzichtpunt Gschliessenegg (1670 m). Op het pad ligt het Pfitschertal aan de linkerkant met een uitzicht op de boerderijen van Partinges in het Eisacktal. Onder de hellingen van de berg Zwölfernock loop je richting de Plitschalm.
We lopen verder omhoog bovenlangs de zogeheten almhutten tot aan de nieuwe selfservice-berghut en noodslaapplaats zonder kookgelegenheid, Trenser-Joch-Biwak (2000 m) met 8 slaapplaatsen. Bij Jagerjöchl (2136 m) verloopt het pad richting het noordoosten, kruist de zuidflank van de berg Höllenkragens richting het Trenser Joch (2212 m), waar diverse verlaten houten hutjes staan (op 4 uur lopen vanaf Wiesen).
Ongeveer 100 meter na de hutjes, komt u langs een kortere weg naar de Simile-Mahd-Alm (de Waltersteig, alleen geschikt voor geoefende wandelaars met een vaste tred, 30 min). Het hoofdpad van de Pfunderer Höhenweg verloopt over de bergtop Sengesspitze (2268 m) en vervolgens langs de enigzins omhooglopende en breder wordende bergkam, tot de wegwijzer rechts omlaag naar de Simile-Mahd-Alm (2011 m, 1,5 uur van Trenser Joch, overnachting). Op de helling boven de berghut is het raadzaam goed op de bewegwijzering te letten, aangezien er ook koeienpaadjes verlopen. In plaats van de afdaling naar de Simile-Mahd-Alm te maken, kunt u er ook voor kiezen om op de noordelijke bergkam door te lopen richting de berghut Sterzinger Hütte (let op de stenen wegwijzers), die echter niet altijd geopend is. Van hieruit kan men via route nr. 2 op de Wilde Kreuzspitze of via het Sandjoch (route nr. 17) naar de berghut Brixner Hütte wandelen.

Het feit dat u aan hoogte verliest door omlaag te lopen naar de berghut, wordt ruimschoots goedgemaakt door het fantastische landschap op de tweede wandeldag. Van de Simile-Mahd-Alm kunt u op het bewegwijzerde bergpad nr. 2 omlaag wandelen naar Mauls.

DE TWEEDE WANDELDAG

De eerste hoogtepunten op de wandelroute van de Pfunderer Höhenweg zijn het prachtige bergmeer, Wilde See en de beklimming van de Wilde Kreuzspitze, met 3.132 meter de hoogste piek van de Pfunderer bergen.
Op twee uur lopen vanaf de Simile-Mahd-Alm bereikt u Sengesjoch (2.620 m)met uitzicht op het ruigelandschap met het bergmeer tussen de rotsachtige bergtoppen en hier en daar wat grasvlaktes. Vanwege de relatief korte route van de Simile-Mahd-Alm naar de Brixner Hütte (ca. 4 uur.) is de beklimming van de Wilde Kreuzspitze zeker de moeite waard. Bij het Rauhtaljoch (2.800 m) kunt u uw rugzak laten staan en het bergpad met de markering nr. 18-20 volgen, een steil, maar goed onderhouden pad naar de top. Na een uur bereikt u de zuidelijke piek met het bergkruis (3125 m) en kunt u van het schitterende panorama genieten. Ook de iets hogere noordelijk piek is binnen een paar minuten gemakkelijk te bereiken. Eenmaal terug bij het Rauhtaljoch wandelt u via de noordzijde van het Rauhtal naar beneden; via een omweg links rond een kleine gletsjer (let op de bewegwijzering, verborgen spleten!) bereikt u al snel de bloemenweides van de uitgestrekte Pfannealm en de Brixner Hütte (2.300 m), 3 uur vanaf Sengesjoch inclusief bergbeklimming. De schuilhut van de sectie Brixen van de AVS wordt beheerd door de lokale afdeling Mühlbach. De afdaling naar Vals (route nr. 17) is in 2 uur mogelijk. Een aanrader in het berglandschap rondom de Brixner Hütte is de beklimming van de Wurmaulspitze (3.022 m) (2 uur, vaste tred is een vereiste). Vanaf de top is een groot gedeelte van de Pfunderer Höhenweg te zien.

DE DERDE WANDELDAG

Het eenzaamste gedeelte van de Nordpfunderer bergen, met slechts weinig overnachtingsmogelijkheden.
Vanaf de Brixner Hütte bereikt u na een wandeling van ongeveer 45 minuten de 2610 m hoge Steinkarscharte, waarna het landschap overgaat in het uitgestrekte dal van Weitenberg. Op de bergpas kunt u in 30 minuten over steile grashellingen de 2709 m hoge Pfannespitze beklimmen. Op een rotsachtig pad loopt u richting de Weitenbergalm naar beneden. Na ongeveer 250 hoogtemeters verlaat u echter de route nr. 19 (welke naar Dun en Pfunders leidt) in noordelijke richting. Nu volgt het mooiste gedeelte van de route met blik op de machtige bergen van de noordelijke bergkam: de Grabspitze, Felbe en Rotes Beil en het schitterende bergsilhouet in het oosten.

Op ongeveer 2200-2300 meter zeehoogte wandelt u rond de Weitenbergkessel, voordat u richting de noordoostelijke bergketen loopt om de Kellerscharte te beklimmen. Tijdens het doorkruisen van het terrein van Weitenberg ontbreken gemarkeerde paden en is men aangewezen op wegwijzers en steenmannetjes. In 1,5 uur (vanaf Steinkarscharte) is de 2439 m hoge Kellerscharte te bereiken, die de overgang naar het Engbergtal vormt. Vanaf de brede grasvlaktes op de hellingen van de Kellerscharte heeft u een mooi uitzicht op de Engberg, een met stenen bezaaid plateau, omringd door rotsachtige bergkammen. Al wandelend op de zuid-oostelijke berghelling, ziet u beneden de sappige grasvlaktes van de Engbergalmen liggen. Bij moeheid of plosteling veranderende weersomstandigheden, kan men via de grashellingen 300 meter naar beneden lopen om eventueel in een schuilhut te overnachten.

De volgende dag keren we terug op de wandelroute door richting het daleinde te lopen. Eenmaal terug op de Pfunderer Höhenweg wandelt u door tot een hoogte van 2200 meter achterin het dal. Vanaf dit punt loopt u in oostelijke richting omhoog naar de Dannelscharte. Daarna wandelt u over een zeer steile bergwand en vervolgens steil terrein verder naar een kleine hoogvlakte met een groot zogeheten 'steenmannetje'. Dan gaat de route enkele meters naar beneden naar een terrein met gletsersporen en daarna via een bijna geheel vlak overgangspad naar de haarspeldbochten omhoog naar de Dannelscharte (2437 m). Na 1uur en een kwartier lopen vanaf de Kellerscharte bevindt u zich bij de ingang van de vallei Weißsteintal. In de volksmond heet dit groene dal Eggerseite.
In het oosten liggen de machtige rotsformaties van de Magersteinwipfel. Ruige rotswanden, met daaronder steile grashellingen markeren het einde van het dal in het zuid-oosten.In ongeveer 1,5 uur kan men naar beneden lopen naar de Bodenalm of naar Dun in Pfunders. De markering van onze bergroute verlaat het pad richting dal onder de Dannelscharte ter hoogte van de noordelijke grens van het plateau en vervolgt zijn weg op een moeilijk begaanbaar herderspad (gezekerd). Verderop bevindt zich direct onder de zogeheten Platte een soort "preekstoel". Vanaf hier kijkt u uit over de uitgestrekte vlaktes van Weißstein met op de achtergrond een soort zaagachtig gekartelde bergkam in het noord-oosten. De Hochwart (3045 m) steekt boven de bergketen uit. Alleen via de Gaisscharte, ons doel voor de volgende dag, kan men deze bergkam passeren. Voor de meeste bergwandelaars is de afstand van de Brixner Hütte tot hier (5 uur) genoeg. Vooral omdat het nog eens vier uur lopen is naar de volgende berghut, de Eisbruggjochhütte. Er is een overnachtingsmogelijkheid in de vorm van een bivak onder het bergpad, welke u bereikt door ongeveer 150 meter naar beneden te lopen langs een bergbeekje. Na het passeren van een houten hek komt u bij het bivak Walther Brenninger am Weißstein (2150 m). In de zomer van 1977 werd door vrijwilligers van de sectie Brixen een verlaten schapenstal omgebouwd tot een slaapplaats voor 8 personen.

DE VIERDE WANDELDAG

We lopen over de hellingen van Weißsteinkar, passeren de Gaisscharte en wandelen richting de Eisbruggsee naar de Eisbruggjochhütte.
Omhoog via steile grashellingen lopen we in 20 minuten weer terug naar onze bergroute en passeren op een gedeeltelijk met gras begroeide bergkam het plateau tot we een grote steenman zien. Met de al van verre zichtbare Gaisscharte in het vizier, passeren we een met rotsen en stenen bezaaid terrein en na een laatste steile helling staan we voor de smalle doorgang tot de Gaisscharte (2700 m). Deze bergpas wordt omzoomd door hoge en steile leisteenformaties. Het pad in oostelijke richting verloopt steil naar beneden en is gezekerd met behulp van stalen kabels. Na ongeveer 40 meter staat u beneden op het plateau van Obervals. Weer passeren we een vlakte bezaaid met rotsen en stenen, waar zelfs hartje zomer nog sneeuw kan liggen, naar de laatste bergkam voor de brede vallei Eisbrugg. We passeren deze bergkam in zuidelijke richting en ineens ziet u beneden het donkere water van de Eisbruggsee. Bergaf richting de Eisbruggjochhütte in het noord-oosten wandelen we boven het meer en moeten we ongeveer 150 meter omhoog lopen naar Eisbruggjoch. De beschreven dagtocht van 4 uur verloopt grotendeels door een landschap zonder bestaande paden, waar u zich moet oriënteren met behulp van wegwijzers en steenmannetjes. De Eisbruggjochhütte van de CAI-sectie Brixen kan ook als uitgangspunt dienen voor de beklimming van de volgende pieken van de centrale bergketen: Hoher Weißzint (3371 m), Niederer Weißzint (3264 m) en Hochfeiler (3510 m). De korte bergtocht van de Eisbruggjochhütte naar de zuidelijk gelegen Napfspitze is de moeite waard en beloont wandelaars met een prachtig panorama van de zuidflanken van de bovengenoemde bergen (1 uur vanaf de hut).

DE VIJFDE DAG

Het einddoel van vandaag is de Tiefrastenhütte.
We lopen langs het meer op de route nr. 13, richting Dun nach Pfunders (2,5 uur) tot onder de Eisbruggalm (2154 m). Hier verlaat de Pfunderer Höhenweg de hoogvlakte over een brug en via haarspeldbochten gaat het omhoog richting de bergrug die het dal in het zuiden omringd. Bij de Kuhscharte (2249 m) kunt u genieten van het prachtige panorama met vele bergkammen en hoogvlaktes van het centrale Pfunderertal, waarbij u de bergen rond de Hochgrubbachspitze in het zuid-oosten kunt zien liggen. Door een houten hek verlaten we de brede bergkam en lopen naar beneden tot een berghut, van waaruit een smal pad over grashellingen in de met stenen bezaaide kloof van de bergbeek Valzarertbach voert. Op ongeveer 1950 meter zeehoogte steekt u de beek over. Aan de overkant loopt u omhoog naar de bergweides van de Gruipa- of Grafalm (2222 m). De hoogste pieken in deze bergkam zijn de Schwarze Riffel (2742 m) en boven de Gruipaalm de iets kleinere Dengelstein (2.698 m). De route van de Eisbruggjochhütte naar de Gruipaalm duurt ongeveer 2,5 uur.

De route verloopt verder over een steile zuid-oostelijke grashelling zonder al te groot hoogteverschil naar de Gampesalm onder de Passenjoch. Het landschap bestaat hier uit prachtige alpenweides en vanaf de Gitschschupfen (2.317 m), een verzameling hutten op de bergkam hoog boven het dorp Pfunders, heeft u een schitterend uitzicht. Net als op de derde en vierde dag geniet u onderweg van een panorama van pieken en hoogvlaktes van het Pfunderertal. Op het smalle pad op de steile grashelling naar de Gampesalm is het raadzaam voorzichtig te zijn, vooral bij vochtig weer. Bij de berghut Gampesalm (2219 m) kunt u wat eten of drinken, voordat u verder omhoog wandelt richting Passenjoch, op de oude verbindingsweg van Pfunders naar het Mühlwaldertal. Van de Gruipaalm wandelt u in ongeveer 2 uur naar Passenjoch (2410 m). Bij het kruis op Passenjoch verloopt de route in een zuidelijke richting naar een grillige bergkam, die bij de Hochsägescharte gepasseerd kan worden. We lopen langs twee meertjes over rotsachtig terrein onder de rotswanden van de Hochgrubbachspitze naar de bergpas.

Aangekomen bij de Hochsägescharte (2642 m) ziet u de brede vallei van Tiefrasten, waar de gelijknamige berghut van de AVS-sectie Brixen/Bressanone staat. De rotsachtige hoogvlakte wordt omringd door diverse pieken: Graunock en Kempspitze in het oosten, Hochgrubbach en Gamsburg in het westen. Wie nog tijd en kracht over heeft, kan voor de afdaling naar de Tiefrastenhütte een bezoekje brengen aan de piek van de Hochgrubbach waar u wordt beloond door een schitterend uitzicht. Het bergpad richting bergtop (ca. 45 min.) start vlak onder de Hochsägenscharte. Op een rotsachtig pad wandelt u naar de oevers van de Tiefrastensee en verder langs het meer naar het Schutzhaus (2312 m). Na de lange afstand van deze dag en met de vermoeiende tocht van de laatste dag in het vooruitzicht, is het raadzaam om een rustdag in te lassen. Een aanrader is de beklimming van de 2738 m hoge Eidechsspitze,( 2,5 uur.) met een prachtig uitzicht vanaf de top. De wandeltijd van de Eisbruggjochhütte naar de Tiefrastenhütte is 6,5 uur. De afdaling van Tiefrasten naar Terenten duurt ongeveer 2 uur.

DE ZESDE EN LAATSTE WANDELDAG

Van Tiefrastenkar op de west-oost verlopende bergkam tussen het Mühlwalder- en het Pustertal, de laatste uitlopers van de Pfunderer bergen.
Op de route nr. 23 wandelt u ongeveer 250 hoogtemeters naar beneden tot aan een kleine almhut, waarna de Pfunderer Höhenweg verder over de noordelijke helling verloopt. Vervolgens gaat het steil omhoog op een met gras begroeide bergkam, waar een kleine bron ontspringt, tot een kleine bergpas (ook wel zadel geheten). Vanaf hier kijkt u uit over uitgestrekte grasvlaktes, slechts in het oosten omzoomd door de bergen rond de kleine pas. Na een wandeling over vlakke alpenweides en een kort stuk omhoog naar het "zadel" bereikt u na 1,5 uur het Kleine Tor (2374 m), de doorgang naar het Mühlwaldertal. Vanaf hier heeft u uitzicht op de bergketens van de Zillertaler bergen en dit panorama begeleidt de wandelaars tot aan de Sambock. Na 15 minuten lopen op de noordelijke helling voorbij aan Mutenock zijn ook de Dolomieten in het zuiden te zien, met de pieken Schlern en Dreischusterspitze. Op een hoge bergkam verloopt de Pfunderer Höhenweg richting oosten en overwint diverse beklimmingen, van de Hohe Spitze (2403 m), via de Zwölferspitz (2351 m), de Putzenhöhe (2387 m), de Grünseespitze (2438 m) naar het hoogste punt, de Bärentalerspitze (2450 m, 1,5 uur vanaf het Kleine Tor).
Vanaf Grünsee kan men op de route nr. 65 via de Grünbachalm naar Issing en Kiens afdalen. Vanaf de piek Bärentalerspitze verloopt de bergkam in een zuid-oostelijke richting en vanaf de westelijke Bruggerspitze (2428 m) pal richting zuiden, waar de laatste beklimming, de Sambock (2396 m) wordt overwonnen, voordat we naar het dal afdalen.

De noordelijke bergkam naar de Sambock is redelijk goed begaanbaar, soms moet er over wat rotsen geklauterd worden (30 min. vanaf de Bärentalerspitze). Over een vlakke grasvlakte wandelt u richting zuiden naar het weerkruis van de Platte (2175 m) en verder op een bergpad met alpenrozenstruiken omlaag naar de Geigeralm (1962 m). Dan volgt een moerasachtige weide voordat het bos begint. Hier gaat het pad in verschillende richtingen. Naar rechts op route nr. 66a kunt u via Platten omlaag naar Pfalzen. De route nr. 66 verloopt via de Waidleralm en na het oversteken van een bospad naar Gasthof Kofler (1487 m, 2 uur vanaf Sambock). De afdaling vanaf Kofler kan via route nr. 17 over het pad Kirchsteig - in 45 min. is men beneden in Pfalzen, waar elk uur een bus richting Bruneck vertrekt. De route nr. 66 verloopt redelijk steil naar beneden door het bos. Na ongeveer een uur bereikt u St. Georgen – hier kunt u de bus naar Bruneck nemen (rijdt elk half uur). De route van de laatste dag van de Tiefrastenhütte naar Pfalzen of St. Georgen duurt ongeveer 6,5 tot 7 uur.

Deze wandelweek, op bijna overal ruim 2000 meter zeehoogte, is hiermee ten einde gekomen. Een hele week in de indrukwekkende, eenzame en ongerept natuur in combinatie met een eenvoudige manier van leven is een zeer bijzondere ervaring. Een weldadig contrast, vooral voor mensen die in grote, drukke steden wonen.